Luilekkerland

Ik loop het plein op met mijn man en zoon. “Dat daar was er nog niet, dat was allemaal fietsenstalling”, zeg ik. We lopen de trap op. Hoe vaak ben ik die trap niet opgelopen? Het voelt nog hetzelfde. En toch anders. We doen de deuren open naar de hal, de deuren zijn anders. De hal, het gebouw, is hetzelfde. Er is wel veel opgeknapt, aangepast. Het is rustig in het gebouw, alle kinderen zijn in de les.

Wij melden ons bij de conciërge. Hij brengt ons naar de docenten waarmee wij een afspraak hebben. Ha, het is volgens mij dezelfde kamer waar vroeger de conrector zat. Mijn conrector, meneer Fokker. Dat was nog eens een bijzondere man. Ik herinner me hem in een grijs pak, veel te dik was hij. Bijna altijd was hij vrolijk en vriendelijk. De meeste leraren waren….  tja wat waren ze eigenlijk? Wezens van een andere planeet? Ze begrepen me niet. Leraren waren een eigen soort. Ik weet nog dat ik jaren geleden op een reünie was van school en dat ik dacht: “o, die leraren zijn gewoon mensen”.

We stellen ons voor. De kamer is ook veranderd. Ik zie meneer Fokker nog achter zijn bureau zitten. Eén en al buik en een rood hoofd. Dat ene jaar ben ik vaak bij hem geweest. Dan was ik er weer uitgestuurd. Wat een geluk dat hij mij graag mocht. Ik had genoeg op mijn kerfstok voor een schorsing, maar meestal kreeg ik niet eens straf. Eén keer wel. Ik was zo vaak te laat gekomen dat ik me bij hem moest melden. Eerst kreeg ik een preek en vervolgens de opdracht om een opstel te schrijven over Luilekkerland. Het leukste opstel dat ik ooit heb mogen schrijven. En een stuk beter dan na school corveeën.

We hebben een gesprek over onze zoon. Hij is aan het meelopen op 2 VWO om mogelijk straks volledig in te stromen. Precies op de school waar ik vroeger op heb gezeten. De school waarvan ik altijd gezegd heb dat mijn kinderen er niet naartoe zullen gaan. Waar we ook op flinke afstand vandaan wonen.

Mijn zoon vroeg vanmorgen: “jij vond het echt een vreselijke school hè mam?” Na het schoolbezoek, het beklimmen van die trappen, geloof ik niet dat de school zo vreselijk was. De laatste twee jaren waren zelfs wel oké, met een leuke klas. Ik was zelf enorm onzeker en kwetsbaar, veel gepest. Ik voelde me nergens thuis, nergens veilig. Nee, de school was gewoon een school. Als alle scholen waarschijnlijk.

Wat een opluchting. Ik stuur mijn zoon niet naar een vreselijke school. Want dan zou ik me een vreselijke moeder voelen. Nee, ik stuur hem naar een goede school. En wat ik ruim 25 jaar geleden heb meegemaakt, heeft weinig te maken met de school. Het mooie is dat nu ook positieve herinneren boven komen. Natuurlijk hoop ik dat hij een fijne tijd heeft; pubers, puistjes, rare leraren en veel lol.

Share
0 replies

Leave a Reply

Want to join the discussion?
Feel free to contribute!

Leave a Reply

This site uses Akismet to reduce spam. Learn how your comment data is processed.