Ik ben 9 jaar en ik heb de waterpokken, dat wil zeggen, één waterpok. Mijn moeder is met mij naar de huisarts geweest om te kijken of het echt een waterpok is. Ik ben besmettelijk en mag niet naar school. Verder mag ik alles doen omdat ik niets mankeer. Ik verveel me rot en ga wat rond fietsen. Dan fiets ik langs school, omdat ik dáár juist het liefst zou zijn. Natuurlijk zien ‘ze’ me en krijg ik commentaar.

Alsof er iemand op mijn schouder zit

Ik ben 49 jaar en ik ben niet ziek. Maar ik mag niet overal naartoe, want ik kan besmettelijk zijn. Ik ga wandelen, want in de natuur laad ik op. Ik loop een route die door Nederland en België loopt. Ik voel me ongemakkelijk, alsof ik iets doe wat niet mag. Alsof er iemand op mijn schouder zit om me erop te wijzen dat ik het niet goed doe. Terwijl ik gewoon een wandeling maak, eentje die ik al vaak heb gemaakt. Bij de brug waar de onzichtbare grens tussen de landen loopt, staat een hek. O jee, denk ik, zal ik dan toch terug moeten gaan? De borden op dat hek zeggen dat er slechts een paar grensovergangen open zijn. Ik twijfel, maar loop toch door. Ik doe niets geks en niets verkeerds. Even verderop staat een man van het landschapsbeheer, hij begroet me vriendelijk. Ik voel opluchting, ik ben niet ‘betrapt’.

Afstand houden

Als er tegenliggers zijn bij het wandelen, wijken we netjes uiteen. Anderhalve meter afstand. Als ik naar de plaatselijke Super ga, ben ik me bewust van de afstand. Het voelt zo onnatuurlijk. Normaal is de Super een ontmoetingsplek in het dorp. Nu is het stil en blijft iedereen op afstand, doet de boodschappen en gaat weer naar huis. In het weekend hadden de kinderen afgesproken. Niet: veel plezier. Maar: met hoeveel zijn jullie? Is iedereen gezond? Zijn de gezinsleden ook gezond? Let goed op! Mijn dochter zucht al als mijn vragen komen. Ik voel me wat bezwaard als ik de kinderen laat afspreken. Ik laat me leiden door mijn gezond verstand en dat blijkt overeen te komen met de strengere maatregelen die twee dagen later worden afgekondigd.

Bang om een ander te besmetten

De vanzelfsprekendheid, de normale bewegingsvrijheid is weg. Nog twee maanden, totaal drie maanden voor ons. De hele lente. Het maakt me alert. Alert op alles wat we doen in ons gezin, met ons gezin. Bij alle bewegingen naar buiten, denk ik na. Kan het wel? Mag het wel? Neem ik geen onnodig risico? Heel apart. Ik ben namelijk niet bang dat ik ziek word. Wel ben ik bang om een ander te besmetten, want stel je voor dat ik drager ben. Die verantwoordelijkheid weegt op mijn schouders. De alertheid en verantwoordelijkheid voel ik.

Luxe gevangenis

Ik hoop dat het went. Dat het went om voorzichtig te zijn, om bewust naar buiten te gaan, fysieke afstand te houden. Dat ik minder alert hoef te zijn. Dat het went om echt thuis te zijn, thuis te leven. Ik ga graag naar buiten, ontmoet graag andere mensen. Die wereld is nu aanzienlijk kleiner. Maar niet persé minder. Ik geniet nog meer van kleine dingen, van wat ik heb. Want we hebben veel luxe om ons heen. De jongste zei al: “Het voelt als een luxe gevangenis”. Voor mij voelt het niet als een gevangenis, gelukkig.

Informatie

Mariël Groenen (49) woont met haar gezin in een dorp in Noord-Brabant. Zij is coach en schrijver van het boek ‘De impact van incest op alle levensgebieden’. De corona crisis zet, zoals bij iedereen, het leven op z’n kop. Zij beschrijft in haar blog haar ervaringen en die van haar gezin. Haar man, Rob, heeft een vaste baan en werkt nu thuis. Haar zoon is 19 en doet dit jaar eindexamen aan de HAVO. Haar dochter is 17, zit in het eerste jaar van het MBO en danst (HipHop, Modern) bijna dagelijks.
De sociale restricties hebben impact op het dagelijkse leven als gezin. Hoe gaat het eraan toe in een gezin dat ineens 24/7 bij elkaar is?

Share